Puberteit en Groei.

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
Primaire geslachtskenmerken zijn kenmerken waarmee je onderscheid maakt tussen een man en een vrouw. Deze kenmerken kun je al zien bij de geboorte. Primaire geslachtsdelen bij een vrouw zijn: De eierstokken, de eileiders, de baarmoeder, de vagina en schaamhaar op uitwendige delen. De primaire geslachtsdelen van een man zijn: De teelballen of de zaadballen, de bijballen, de prostaat en de penis.
Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
Secundaire geslachtskenmerken zijn kenmerken die zich pas in de puberteit ontwikkelen. De kenmerken van beide geslachten zijn dat beide geslachten okselhaar krijgen. De vrouwen krijgen driehoekige beharing op de vagina, beharing in de oksel, beharing van de benen, borstontwikkeling, uitzetting van de bredere heupen en lichte uitgroei van uitwendige geslachtsorganen (schaamlippen). Voor de man: ruitvormige penisbeharing, gezichtsbeharing, beharing van oksel, beharing van de benen, beharing van borststreek buik rug en schouders, verhoogde spierontwikkeling ten gevolge van gestegen testosteron gehalte, vergroten van de uitwendige geslachtsorganen(penis en balzak).
Waarom werken bepaalde cellen op bepaalde hormonen wel en sommige cellen niet?
De secundaire geslachtskenmerken ontstaan door regelstoffen. Regelstoffen worden ook wel hormonen genoemd. Hormonen worden gemaakt door hormoonklieren. Een hormoonklier geeft de hormonen af aan het bloed. Via het bloed komen hormonen in alle organen van je lichaam. Sommige organen reageren op het hormoon andere niet.
In het celmembraan van elke lichaamscel zitten structuren met verschillende vormen (receptoren). Elke hormoon heeft een eigen, aparte vorm. Die past alleen maar op de receptoren van de cellen die het hormoon moet aansturen. Als de celmembranen leeg zijn, gebeurt er niets. Hecht een hormoon wel aan een geschikte receptor dan is dat het sein om aan het werk te gaan.


Groeispurt jongens en meisjes en de oorzaak.
Je groeit niet altijd even snel. In de eerste paar maanden groei je heel snel na de geboorte de groeihormoon regelt dat. In de puberteit maakt de hypofyse extra veel groeihormoon. Daardoor krijg je een groeispurt. De hypofyse geeft de groeihormoon af aan het bloed. Via het bloed komt komt het groeihormoon bij de verschillende cellen. De cellen van de botten in je armen en benen gaan door het hormoon sneller delen. Door elke celdeling ontstaan er twee nieuwe cellen. Die cellen worden groter dat noem je ook wel celgroei. Als ze zijn uitgegroeid dan delen ze zich weer. Het verschil tussen jongens en meisjes is: Bij de meisjes is groeispurt rond de 10 - 12 jaar. Na deze groeispurt komt de menstruatie. (gemiddeld 13 jaar) waarna meisjes niet meer zo snel groeien. Bij de jongens ligt de groeispurt een jaar later dan bij meisjes. Meisjes zijn gemiddeld 15 - 16 jaar uitgegroeid, jongens gemiddeld 18 jaar.
Hypofyse.
De hypofyse is een belangrijke hormoonklier onder aan je hersens. De hypofyse geeft het startsein met hormonen van de puberteit. De geslachtsorganen reageren op deze hypofysehormonen en maken geslachtshormonen.
* Bij jongens maken de zaadballen testosteron, het mannelijk geslachtshormoon.
*Bij meisjes maken eierstokken het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen.
De geslachtshormonen zorgen voor het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken. Het tijdstip waarop je geslachtshormonen gaat maken. verschilt van persoon tot persoon.
Wat zorgt er voor dat jongens baardgroei en meer spieren krijgen?
Testosteron is het mannelijke hormoon dat zorgt voor baardgroei, spiermassa, spierkracht en de baard in de keel. De zin in vrijen kan door deze hormoon worden opgewekt en het hormoon zorgt voor de productie van sperma. Verder geeft het energie en helpt het de botten sterk maken en gezond. Testosteron wordt voor een deel in de zaadballen gemaakt. Maar ook door de hypofyse wordt een hoeveelheid testosteron geproduceerd. De mate verschilt van individu tot individu.

Maak jouw eigen website met JouwWeb