Zwangerschap.

De onderdelen van de baarmoeder.
1. Bloedvaten van de moeder.
2. Bloedvaten van de baby.
3. Spierlaag baarmoederwand.
4. Slijmvlieslaag baarmoederwand.
5. Embryo.
6. Navelstreng.
7. Vruchtvliesen.
8. Vruchtwater.
9. Placenta.
Bescherming embryo.
Vruchtwater en vruchtvliesen beschermen het embryo tegen stoten. De placenta zorgt voor bescherming tegen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers. Als de embryo sterft krijgt de moeder een miskraam.


Functie van de placenta.
De placenta vormt een scheiding tussen de bloedsomloop van de moeder en de bloedsomloop van het embryo. Voedingsstoffen gaan van de moeder naar het embryo door middel van de placenta. Afvalstoffen gaan dezelfde weg terug. Ook worden hormonen en antistoffen middels de placenta uitgewisseld. Er is echter geen direct contact tussen de twee bloedsomlopen van moeder en kind. Als dat wel zo zou zijn en de bloedgroep van de moeder verschilt met die van het kind, zou dit fatale gevolgen kunnen hebben.
Alcohol zwangerschap.
Tijdens de zwangerschap is het verstandig om geen alcohol te drinken. Maar waarom mag dat niet. Alles wat je drinkt, drinkt je baby ook. Dit geldt dus ook voor alcohol. Het ongeboren kindje heeft evenveel alcohol in het bloed als jij. Alcohol heeft invloed op de ontwikkeling van de cellen. Tijdens de zwangerschap ontwikkelen de organen en hersenen van het kindje. De alcohol kan hier een negatieve invloed op hebben. Het is niet duidelijk welke hoeveelheid alcohol schadelijk kan zijn voor het kindje. Dit verschilt per persoon. Maar het beste is NIET drinken. Het kindje kan FAS oplopen ( Foetaal Alcohol Syndroom). Het FAS omvat de mentale en fysieke tekortkomingen bij kinderen tijdens de zwangerschap zijn blootgesteld aan alcohol. Een volledige diagnose van FAS wordt gegeven als er op 3 terreinen afwijkingen bestaan.
1. Vertraagde groei:
Baby's worden geboren met een te laag geboortegewicht en groeien erg traag.
2. Gezichtsafwijkingen:
Er zijn variaties, maar dit zijn de meest voorkomende afwijkingen.


3. Neurologische afwijking:
Baby's met FAS hebben een slechte zuigreflex en kunnen niet zo goed kauwen en zijn erg gevoelig.

Baby's zijn drugsverslaafd.
Als de moeder drugsverslaafd is, kan het Neonatraal Abstinentie Syndroom (NAS) voorkomen. Het kind komt dan verslaafd ter wereld. Binnen 24 uur voor de geboorte van het kind ontstaan ontwenningsverschijnselen. hoe ernstig deze verschijnselen zijn is verschillend, het licht er aan wat voor drugs er is gebruikt. kenmerken van dit syndroom zijn: erg beven, sterke spierspanning, snelle ademhaling of juist ademhallingsstilstanden, hoog krijsend huilen, diaree, braken, gewichtsverlies en/of verstopte neus.


Verschil tussen eeneiige en twee-eiige tweeling.
Ongeveer één op de tachtig zwangerschappen is een tweeling. Hiervan is twee derde een twee-eiig tweeling en één derde eeneiig. Het kan gebeuren dat je een dubbele eisprong hebt: tijdens de eisprong laten er dan in plaats van één, twee eitjes los. Als beide eitjes bevrucht worden, ontstaat er een twee-eiige tweeling. Een tweeling kan ook ontstaan doordat uit één bevruchte eicel twee baby’s groeien. In dit geval heb je te maken met een eeneiige tweeling.
Verschillen:
1. Twee-eiige tweelingen ontstaan uit twee bevruchte eicellen, eeneiige tweeling uit een bevruchte eicel die zich splitst.
2. Een twee-eiige tweeling heeft twee vruchtzakken en twee placenta's. Een eeneiige kan 1 of zowel 2 placenta's hebben.
3. Eeneiige tweeling hebben in principe hetzelfde geslacht. Twee-eiige tweelingen kunnen jongen of meisjes of jongen/meisje zijn.
4. Twee-eiige tweelingen kunnen verschillende vaders hebben.
5. Eeneiige tweelingen hebben in principe hetzelfde DNA. Twee-eiige tweelingen niet!
6. Erfelijk heid heeft een rol bij twee-eiige tweelingen, niet bij eeneiige tweelingen.
7. Twee eiige tweelingen komen vaker voor dan eeneiige tweelingen.
8. Eeneiige tweelingen hebben hetzelfde bloedtype, bij twee-eiige tweelingen kan dat verschillen.
Ontsluiting.
De ontsluiting is het opengaan van de baarmoeder. De ontsluiting vindt plaats aan het begin van de bevalling. Bij elke contractie ( samentrekking van orgaan of spieren) wordt de baarmoedermond een beetje opgerekt totdat de opening een diameter van ongeveer van 10 centimeter heeft bereikt. Dit moment wordt aangeduid met volledige ontsluiting. Echter, voordat dit gebeurt moet de baarmoedermond eerst verweken en verstrijken. Bij de eerste bevalling die moeder meemaakt gaat dit proces langzamer dan bij latere bevallingen.


Proces bevalling.
Fase 1: Het begin van de bevalling.
De bevalling begint vaak met het samentrekken van de baarmoeder. Dit zijn dan de weeën. Maar de bevalling kan ook beginnen met het breken van de vliezen, waardoor het vruchtwater naar buiten stroomt. Daarna volgen alsnog de weeën. Het kan zijn als de vliezen gebroken zijn dat de weeën niet komen opdagen. Het begin van de bevalling kun je ook herkennen aan het verliezen van een slijmprop die voor de baarmoederhals zat. Hierdoor is de ontsluiting in gang gezet.
Fase 2: De ontsluiting.
De ontsluiting is het opengaan van de baarmoedermond. Bij elke samentrekking (wee) gaat de baarmoedermond een beetje opgerekt. totdat deze ongeveer 10 centimeter heeft bereikt. Zodra je volledige ontsluiting hebt kun je helpen persen op aanwijzingen van de verloskundige/gynaecoloog.
Fase 3: De uitdrijving.
Tijdens de uitdrijving wordt door grote samentrekkingen van je baarmoeder en het zelf actief meepersen, je baby door het geboortekanaal geduwd. Je zult merken dat de persweeën heel sterk zijn en je dwingen actief mee te doen. Als de bevalling stagneert, bijvoorbeeld door de ligging van je baby of te weinig weeënkracht, kan de verloskundige of gynaecoloog besluiten tot een vacuüm- of tangverlossing of zelfs een keizersnede. Het kan ook voorkomen dat je wordt ingeknipt, waardoor je baby alsnog op de normale manier geboren wordt.
Fase 4: De nageboorte.
Zodra de baby geboren is, zit het harde werken re bijna op. Als het kindje uit de buik is, moet je nog wel bevallen van de placenta. De nageboorte.
Maak jouw eigen website met JouwWeb